De geschiedenis van "de" Land Rover

Eerst even een filmpje; waarom een Landrover Defender? nou, Daarom!

 

Wie al eens in een Land Rover heeft gereden, kan het beamen. Een "LARO" is zoveel meer dan een auto. Het is een legende! Al meer dan vijftig jaar domineert dit puur Britse merk
de markt van de 4x4 auto's wereldwijd.

Een stukje geschiedenis:

Het begint in ........ uiteraard, Engeland, kort na de tweede wereldoorlog. Tekorten zijn op alle fronten aanwezig, zeker in de staalindustrie, zo ook in de Rover fabriek. De quota die voor productie worden toebedeeld, zijn absoluut ontoereikend om het bedrijf uit de malaise te halen.
De autofabriek aan Helen street, waar in 1939 nog zo'n 11000 personenauto's werden gemaakt, was in 1940 platgebombardeerd.
In de nieuwe fabriek in Solihull werden tijdens de oorlog vliegtuig en tankonderdelen gebouwd. In de overschakeling van militair naar burgerproductie heeft Rover moeite om een eerste prototype voor een nieuw burgervoertuig gefinancierd te krijgen. De modellen van voor de oorlog gingen weer in productie, maar leveren te weinig op door de lage productie.

Het succes van de lichte tractoren van de Standard Motor Company gaf aan dat er een exportmarkt was voor kleine landbouw trucks.
Ook was er een sterke vraag naar leger jeeps. Maurice Wilks , destijds technisch directeur bij Rover, had zo'n jeep.
Het was een oude WILLY'S, achtergelaten door het Amerikaanse leger. Deze jeep had zich jaren lang een geweldig handig vervoermiddel getoond bij allerhande werkzaamheden en karweien op diens landgoed Anglesey. Hij was er aan gehecht geraakt, maar helaas was het beestje nagenoeg 'op'. Reserveonderdelen waren destijds niet of nauwelijks te krijgen. En dan? Een alternatief van Britse makelij was niet voorhanden!?
Zou hier dan wellicht een kans liggen voor Rover? Alle ingrediënten leken tenslotte aanwezig.

Tijdens een gesprek met zijn broer Spencer, managing director bij Rover, oppert Maurice het idee om zelf een auto te ontwikkelen die minstens zo multifunctioneel is als zijn oude legerjeep.
Een auto die alle terreinen aankan en alles kan vervoeren een soort werkpaard dus. En meer dan dat zelfs. Een rijdend krachtstation moest het worden, waaraan verschillende accessoires konden worden gekoppeld. Zo'n auto kon, net als een tractor, worden ingezet bij alle mogelijke en onmogelijke klussen op elke ondergrond. Kortom: een automobiel 'made by Rover', gemaakt om te werken op het land.
De naam 'LAND ROVER' was geboren. Om het gebrek aan staal op te vangen, kon aluminium in de carrosserie worden gebruikt. Dit voertuig zo bedacht Wilks zich, zou Rover wel eens kunnen redden. Zelfs, zelfs al was het een tijdelijke oplossing. Wilks dacht er twee jaar lang een vijftig per week te kunnen maken. Waarneer er weer voldoende staal beschikbaar zou zijn en de koopkracht weer op peil was, kon Rover zich immers weer op de productie van personenauto's richten. 

Direct zet Maurice Wilks een ontwerpteam van Rover aan het werk. Drie maanden daarna is het eerste prototype gereed.
Een jaar nadat Wilks het idee opvatte, heeft de Autorai in Amsterdam een wereldprimeur: de allereerste Land Rover wordt aan het publiek voorgesteld.
Zijn prijs in 1948: 450 Pond Stirling. De vakpers is laaiend enthousiast over de nieuwkomer en de verkoop overtreft ieders verwachtingen.
Met zijn ongelimiteerde gebruiksmogelijkheden in combinatie met een aantrekkelijk uiterlijk, weet de Land Rover van meet af aan indruk te maken op particulieren, maar ook het Britse leger en zelfs King George doen bestellingen. Die band met het koningshuis heeft Land Rover geen windeieren gelegd. Het bedrijf mag zich dan ook hofleverancier noemen. Het mag de Royal Warrants die daarbij horen, gebruiken en alle producten voorzien van de koninklijke schilden. Dit privilege is voorbehouden aan personen en bedrijven die minimaal vijf jaar op rij onberispelijke producten of diensten aan de koninklijke familie leveren.


Belangrijker voor het succes van Land Rover was natuurlijk de interesse vanuit militaire kringen. Het Britse 'empire' was na de Tweede Wereldoorlog nog volledig in tact. De Engelse krijgsmacht zat destijds over de gehele wereld. Het leger zocht een auto die overal, in de meest onbegaanbare gebieden en onder de meest extreme omstandigheden, zijn diensten kon verrichten.
De oplossing werd gevonden in de hoe kan het ook anders de Land Rover. Vanaf dat moment werden ze ingezet in de drassige rijstvelden in Korea, in de woestijnen rond de Suez, de steppes van Kenia en in de oerwouden van Borneo en Maleisië.
Ze bleken op alle fronten beter dan de concurrent en wisten zelfs de Amerikaanse GI's te imponeren.

 

 

Vooral het feit dat Rover zich flexibel opstelde met betrekking tot speciale verzoeken, droeg in belangrijke mate bij tot het succes van de Land Rover. Zo zijn er auto's afgeleverd als brandweer- of ziekenauto, versies die volledig waterproof waren, werden uitgerust met rupsbanden, compleet bepantserd of voorzien van drijvers. Vandaag de dag maken meer dan 140 nationale legers gebruik van de Land Rover. Maar ook wensen van particulieren werden ingewilligd. Op verzoek zijn tal van speciale versies gemaakt, soms door Rover zelf, het merendeel echter door kleine, gespecialiseerde bedrijfjes.

 

Gaandeweg bouwde Land Rover een naam en faam op als superieure off-road auto, een betrouwbare, duurzame alleskunner.
Sinds de eerste Land Rover de fabriekshal verliet, is er veel veranderd.
In 1970 kwam de Range Rover op de markt, een auto die tot op heden waar ook ter wereld wordt gezien als ongeëvenaard statussymbool. Met de voortdurend luxe upgrading van de Range Rover, ontstond steeds meer ruimte voor een junior uitgave. Eind jaren tachtig werd de Discovery uitgebracht, een even exclusieve als functionele auto. De Freelander, een moderne vrijetijdsauto in de compacte klasse is in de jaren negentig eveneens goed ontvangen: onmiskenbaar stevig, stoer en robuust. Inmiddels zijn we al weer aan de volledige gerestylde "Disco" toe, vol technische snufjes en de Range Rover kreeg zelfs een sportief broertje: de Sport.
 



Veel veranderingen dus, maar toch is daar de "oer" Land Rover (die we in 1990 Defender mochten gaan noemen) zelf eigenlijk niet zo heel veel van te zien. Natuurlijk evolueerde de vormen met de tijdgeest, maar van een revolutie is bij de Land Rover nooit echt sprake geweest. De enige verandering die onmiddellijk in het oog springt, is de vormgeving van de grill en de positie van de koplampen. Zaten die koplampen bij de eerste modellen nog aan de binnenzijde van de spatborden, begin jaren zeventig werden ze naar "buiten" verplaatst.
En wat er binnenin gebeurde, dat is natuurlijk een compleet ander verhaal.
De motoren werden sterker, technieken vooruitstrevender, het interieur comfortabeler en de extra's uitgebreider en luxueuzer.
 


 

Maar wat altijd zal blijven, is dat herkenbare, stoere en robuuste karakter. 
 

 Bron: Villa d'arte  

                                                                    Hieronder twee Camel trophy "promo" filmpjes